Echte Scotch moet volgens de regulering in de ‘Scotch Whisky Regulations’ tenminste 3 jaar rijpen op eikenhouten vaten. Het overgrote merendeel van de Schotse whisky’s rijpt echter veel langer dan de vereiste 3 jaar. En gelukkig maar, want de vaten zijn voor een belangrijk deel bepalend voor de smaak van de whisky.
Welke verschillen zijn er tussen vaten? En wat betekent dat voor de smaak? Er valt enorm veel over te zeggen, in dit artikel een korte introductie.
Soorten en maten
Er wordt een enorme variatie aan vaten gebruikt voor de rijping van whisky. Allereerst lopen de maten van de vaten enorm uit elkaar. Onder de kleinste vaten valt bijvoorbeeld de ‘quarter cask’, een vat waar net 50 liter in past. De afmetingen zijn afgekeken van zijn grotere broer: de American Standard Barrel (ASB). De ASB heeft een inhoud van 200 liter en wordt veel gebruikt voor de rijping van bourbon.
De ASB heeft een inhoud van 200 liter en wordt veel gebruikt voor de rijping van bourbon.
Een flinke maat groter zijn de 500 liter grote ‘butts’, welke veel gebruikt worden voor de rijping van Spaanse sherry. Ook de 650 liter grote ‘pipes’ worden met name ingezet voor heerlijke dranken uit het Zuiden van Europa, in het geval van de ‘pipes’ met name port.
Een belangrijk onderscheid dat we hierboven al terug vinden is het onderscheid tussen Amerikaanse en Europese vaten. Dit zien we ook terug in het soort hout dat er voor de productie van de vaten gebruikt wordt: wit Amerikaans eiken (Quercus Alba) of Europees eiken (Quercus Robur).
Tot slot is een ander belangrijk onderscheid de leeftijd van het vat. Een vaak gebruikte term voor de leeftijd van het vat is de ‘first fill’ aanduiding. Een whisky met deze aanduiding kan gerijpt hebben op vaten waar nog geen andere drank op heeft gerijpt (‘virgin casks’) of vaten waar wel andere drank op heeft gerijpt, maar nog geen whisky.
Smaak
Er zijn erg veel factoren van invloed op de smaak van whisky. Zoals gezegd is het vat waar de whisky op rijpt een erg bepalende factor, maar zeker niet de enige. De variaties in de vaten brengen verschillende accenten in de smaak van de whisky mee.
Allereerst werden de afmetingen van de vaten genoemd. Hoe kleiner het vat, hoe intensiever het contact tussen het vat en de whisky. De ‘quarter casks’ worden gebruikt om snel een kenmerkende smaak aan een whisky mee te geven.
Quarter casks worden gebruikt om snel een kenmerkende smaak aan een whisky mee te geven.
De grotere vaten, zoals de ‘pipes’, vragen een langere maturatie om de invloed op de smaak achter te laten. De heerlijke Tomatin 14 Years Portwood heeft bijvoorbeeld de laatste 18 maanden op de 650 liter grote port ‘pipes’ gerijpt, na deze 18 maanden is de port invloed absoluut terug te vinden.
De 500 liter grote ‘butts’ die gebruikt zijn voor de rijping van sherry laten de kenmerkende zoete tonen achter in whisky, waarbij de Glenfarclas reeks wellicht het bekendste voorbeeld is. De whisky’s vanGlenfarclas worden voor 100% gerijpt op voormalige sherry vaten, hetgeen je in de smaak direct terugvindt.
Het soort eiken dat gebruikt wordt heeft onder meer gevolgen voor de vanille invloeden in de whisky, waarbij Amerikaans eiken sterkere vanille invloeden achterlaat dan Europees eiken. Dit accent kan versterkt worden door de binnenzijde van de vaten te branden, hetgeen vaak gedaan wordt.
Tot slot de leeftijd van de whisky. De vuistregel hierbij is: des te jonger het vat, des te sterker de invloed van het hout. Een mooi voorbeeld is de The Glenlivet Nadurra First Fill, waarbij Amerikaans eiken is gebruikt en het hout in dit geval sterke tonen van vanille achterlaat.
Conclusie
Het vat is enorm belangrijk! En tegelijkertijd ook enorm divers. Buiten de hierboven genoemde varianten hebben we het nog niet eens gehad over het karakterstieke Japans eiken. Misschien iets voor een volgend artikel. Nu is het tijd voor een lekkere whisky met een finish op port ‘pipes’, of wellicht ga ik op zoek naar de vanille in een heerlijke ‘first fill’. In elk geval: proost!